Het noorden is cool!

16 februari 2014 - Pai, Thailand

In mijn vorige blog was nog in het zuiden, voor mijn gevoel al weer een eeuwigheid geleden. Ik ben drie dagen op Ko Yao Noi geweest. Een niet-toeristisch eiland middenin tussen Phuket en Krabi. Erg mooi om hier het echte eilandleven te zien. Rubberplantages, rijstvelden en vissersdorpjes. Verlaten stranden zijn hier nog te vinden, en dat op een steenworp afstand van Phuket! Op aanraden van een local een nacht bij een Thaise familie doorgebracht. Hier had ik echter iets meer van verwacht. Ik had een grote boeren familie verwacht, maar ik kreeg een ouder stel toegewezen waarvan de man in de politiek zat, oftewel de gehele dag bijzonder weinig uitvoerde.. Ook bijzonder om te zien, maar ik had me er toch wat anders van voorgesteld. En dat op mijn verjaardag.. 

Snel door daarna naar Krabi, om weer wat backpackers op te zoeken. Na enig zoeken in het Pakup hostel belandt, een hip dormhostel met rooftopbar! Hier de tiger cave tempel bezocht. De tempel op zich was niets bijzonders, maar de zonsondergang 1237 traptreden daarboven was dat zeker wel!! De volgende dag Railay beach bezocht. Een van 's werelds beste spots om te gaan rotsklimmen. Maar na het duiken en al het intensieve wat nog ging komen heb ik mij die dag beperkt tot zonnebaden. Ook niet slecht! Nog even een bezoekje gebracht aan Ton Sai beach. Een strand voor hippies, waar een ongelooflijke relaxte sfeer hangt. 

Toen het vliegtuig in naar het noorden van Thailand, met Chang Mai als bestemming. Na een aantal goede verhalen besloten te gaan overnachten bij Julies Guesthouse. Veel backpackers, goed eten, vele tours kunnen hier geboekt worden, maar bovenal erg goedkoop. 3 overnachtingen, 2x ontbijt, 2x dinner, 3 bier en een uur thaise massage. De rekening: 17,60 EUR. In Chang Mai een dagje tempels bezocht en 's avonds mooie feestjes bezocht. Van een alternatieve bar op de 4e etage van een leegstaand gebouw tot de hipste club onder de Thaise studenten van Chang Mai. De volgende dag vroeg op voor een kookcursus op een boerderij net buiten Chang Mai. Erg leuk om zelf eens de curry paste te maken. Boekje meegekregen dus geen excuus meer om er thuis mee aan de gang te gaan. Dat ga ik ook zeker doen, want het eten hier ga ik absoluut missen in Nederland! 


Na nog een mooie dag op de scooter door de vlakbij gelegen Ma Sae Valley de bus gepakt naar Pai. Een leuk dorp 120 km ten noordwesten van Chang Mai, middenin de heuvels. En dat merk je direct. Na meer dan 40 dagen zon, geen drup regen, en constant 30 graden is het toch wel heerlijk dat het s nachts even afkoeld naar een graad of 10. Pai heeft elke avond een walking street, oftewel straat wordt afgesloten en overal verschijnen eetkraampjes en souvernirshops. En daar liep ik zowaar een meisje tegen het lijf die ik in Krabi had leren kennen. De wereld is, ook in Thailand, niet zo groot;) Sowieso kom je steeds meer bekenden tegen. Iedereen reist toch of eerst naar het noorden en dan naar het zuiden of andersom. Op een gegeven moment kom je elkaar toch weer tegen! 

In Pai een dagje de mountainbike gehuurd en rondgetourd. Nepal begint toch akelig dichtbij te komen en dus probeer ik, tegen beter weten in, de conditie nog enigzins op peil te houden. Onverwachts kwam ik op mijn route een boerderij tegen waar ze juice maakten van bloesems. Toen ik een juice bestelde kreeg ik meteen van alles te proeven wat daar rondom de boerderij groeide. Dan weet je dat je in het echte Thailand belandt bent! Een land split enkele jaren geleden had er echter voor gezorgd dat een groot deel van het land niet meer bewerkbaar was waardoor ook de inkomsten drastisch gedaald waren. Na het proeven van van alles heb ik dan ook maar aan de ruime kant betaald. 

De volgende dag vroeg op om de bus te pakken richting Mae Hong Soon. Dit dacht ik echter, de minivans waren allen volgeboekt, enigste optie was de bus van 13u die er bijna vijf uur over ging doen. Plan gewijzigt, scooter gehuurd en naar cave lodge gereden. Een guesthouse vlakbij Soppong, 60 km ten westen van Pai. Dit bleek een goede keus bij aankomst! Een ontzettend mooie gemeenschappelijke ruimte volledig opgetrokken uit hout met hangmatten een mooie vuurplaats voor de avonduurtjes. Daarbij is de eigenaar, van oorsprong Australier, ontzettend enthousiast over de omgeving en heeft zelf vele grotten ontdekt. Met zelf gemaakte kaarten en routebeschrijvingen kunnen bezoekers nu zelf deze grotten ontdekken. Daarnaast kon hij veel vertellen over de bewoners van de hilltribe villages. De bewoners van deze bergdorpen zijn afkomstig uit verschillende buurlanden, maar worden nog altijd niet erkend door Thailand en hebben dan ook geen nationaliteit. Daarbij komt dat vele stammen in de jaren tachtig werden aangevallen door de communistische troepen van Laos en Noord-Vietnam. Amerika besloot in te grijpen en steunde hierbij de bewoners van de hilltribes. Na terugtrekking van de Amerikanen na het gebruik van chemische wapens, ook wel de scret war genoemd, was het lot van vele mannelijke hilltribe bewoners beslecht. Maar liefst tweederde van alle mannen werd gedood door de troepen uit Laos en Cambodja. En de rest van de wereld kwam het nauwelijks te weten, ze hadden immers geen nationaliteit. Een stukje geschiedenis wat op mij wel indruk maakte.

Terug naar het heden. Tam Lod is de dichtsbijzijnde grot, waar 's avonds tegen schemering tienduizienden zwaluwen de grot invliegen en tegelijkertijd vele vleermuizen naar buiten vliegen. Fascinerend om te zien! De volgende dag drie grotten die zelf moeilijk te vinden waren bezocht met een gids. De dag erna eerst de zonsopgang bekeken vanaf een van de heuvels in de buurt. Erg mooi! Daarna wilde ik zelf op avontuur met kaartje en kompas, er bleken echter bij navraag geen anderen die mijn plannen zagen zitten. Velen bleven liever dichter bij huis. En dat het kaartje niet op schaal was, daar kwam ik halverwege de dag achter. Na anderalf uur lopen door de rivierbedding, zonder ook maar een spoor van leven tegen te komen, ging ik toch twijfelen of dit wel verstandig was zo in mijn eentje. Maar omkeren staat niet in het woordenboek, dus toch maar door. Er moest immers een dorpje komen. En na twee uur eindelijk teken van leven. Eerst een kudde buffalo's, vervolgens een karrenspoor en daarna huizen, of nouja strohutjes. Uiteindelijk net voor zonsondergang terug, doodop.. 

En dan vandaag. Heerlijk uitgeslapen, op de scooter terug naar Pai, een middagje aan het zwembad en morgen met de bus terug naar Chang Mai. Hier zal ik overmorgen een dag in het olifanten rescue center doorbrengen. Een park waar ze gewonde en verzwakte olifanten opvangen\. Ik ga een dagje mee kijken, voeren en wassen. Het was wat duurder dan de andere olifantentours, maar hier moet je niet op bezuinigen vind ik. Daarnaast wordt het geld goed besteedt aan de opvang van deze mooie beesten! 

Op 24 februari vlieg ik naar Kathmandu in Nepal waar mijn mountainbike avontuur start. Tot die tijd zal ik nog een aantal dagen doorbrengen in de grensstreek van Thailand, Laos en Myanmar, ook wel de Golden Triangle genoemd. Voorheen 's wereld grootste levenancier van opium, eens kijken of we daar nog iets van terug kunnen vinden!